Lesbrief structuur- en conjunctuurmodel
Kruiswoordraadsel
Maak de puzzel af en klik op "Check" om je antwoorden te controleren. Als je vastloopt, klik dan op "Hint" om een letter te krijgen
Horizontaal: |
| 1. | werkloosheid ten gevolge van het tekortschieten van de effectieve vraag | | 5. | S - I | | 8. | de productie per werknemer per periode | | 9. | investeringen die niet leiden tot een stijging van de arbeidsproductiviteit | | 10. | de overheid neemt maatregelen die de conjunctuurschommelingen versterken | | 11. | investeringen die leiden tot een stijging van de arbeidsproductiviteit | | 12. | de effectieve vraag is gelijk aan de productiecapaciteit | | 14. | onbekende grootheden | | 15. | consumptie onafhankelijk van andere economische factoren | | 18. | bekende grootheden | | 19. | prijsstijging, omdat de vraag groter is dan het aanbod | | 22. | B - O, waarbij B kleiner is dan O | | 23. | de relatieve inkomenskloof tussen de westerse wereld en de rest van de wereld wordt kleiner | | 25. | vraag van consumenten, producenten, overheid en buitenland | | 26. | de relatieve inkomenskloof tussen de westerse wereld en de rest van de wereld wordt groter | | 27. | alle overige omstandigheden blijven gelijk | | 28. | landen die afhankelijk zijn van een of enkele producten | | 29. | de overheid neemt maatregelen die de conjunctuurschommelingen afzwakken | | 30. | vraag naar arbeid | | 31. | geeft aan hoeveel procent van de productiecapaciteit wordt gebruikt |
|
Verticaal: |
| 2. | de effectieve vraag en de werkelijk productie is kleiner dan de productiecapaciteit | | 3. | werkloosheid indien kapitaal de knelpuntfactor is | | 4. | het getal waarmee de toename van een autonome grootheid moet worden vermenigvuldigd om de toename van het binnenlands inkomen te berekenen | | 6. | de totale productie per eenheid productiemiddel | | 7. | de verhouding kapitaal/arbeid | | 13. | de effectieve vraag is gelijk aan de productie | | 16. | tekort aan kapitaalgoederen | | 17. | aanbod van arbeid | | 20. | delen van de werkelijkheid worden buiten beschouwing gelaten | | 21. | tekort aan arbeidskrachten | | 24. | de effectieve vraag en de werkelijk productie is groter dan de productiecapaciteit |
|