Module 3, markt en overheid
Kruiswoordraadsel
Maak de puzzel af en klik op "Check" om je antwoorden te controleren. Als je vastloopt, klik dan op "Hint" om een letter te krijgen
Horizontaal: |
| 1. | marktvorm waarbij veel aanbieders een heterogeen product aanbieden
| | 3. | vaststellen van minimum en/of maximumprijzen door de overheid | | 4. | door de overheid vastgestelde prijs die de maximale hoogte bepaald van een marktprijs | | 5. | buiten de markt om werkend negatief effect van productie en consumptie
| | 6. | abstracte drempel die het toetreden van nieuwe aanbieders op een bepaalde markt moeilijker maakt | | 7. | productieomvang van een individuele aanbieder als percentage van de productie in de markt | | 8. | samenwerkingsverband tussen producenten gericht op het uitschakelen van de vrije prijsvorming | | 11. | product dat in de ogen van de consument verschilt van een ander product
| | 12. | aanbieder die zelf zijn prijs kan vaststellen zonder rekening te moeten houden met zijn concurrenten | | 13. | technologie waarmee inputfactoren worden getransformeerd in goederen en diensten | | 14. | goed waarbij het niet mogelijk is om consumenten die niet meebetalen aan het gebruik van het goed uit te sluiten
| | 15. | negatieve belasting | | 18. | geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden | | 19. | mate waarin het totale surplus verschilt van het maximale totale surplus dat bereikt wordt onder volkomen concurrentie | | 20. | marktvorm met een beperkt aantal aanbieders | | 21. | prijs die door de individuele aanbieder is te beïnvloeden
| | 23. | om deze markt ontmoeten vragers en aanbieders elkaar niet fysiek
| | 25. | geheel van factoren waaronder ondernemingen met elkaar concurreren | | 26. | marktvorm met twee aanbieders |
|
Verticaal: |
| 2. | buiten de markt om werkend positief effect van productie en consumptie
| | 4. | door de overheid vastgestelde prijs die de minimale hoogte bepaald van een marktprijs | | 9. | optelsom van winsten van alle aanbieders in de markt | | 10. | wetgeving die de vrije marktwerking garandeert | | 16. | situatie waarin het marktevenwicht niet alle kosten en baten van productie en consumptie weergeeft | | 17. | product dat in de ogen van de consument niet verschilt van een ander product
| | 22. | geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen | | 24. | marktvorm met één aanbieder |
|